Achttien jaar nadat zijn vrouw Carmen is overleden en zeven jaar nadat zijn huwelijk met Roos op de klippen is gelopen, blijkt ook de zoveelste nieuwe liefde van Stijn van Diepen niet de ware te zijn. Terwijl hij nog altijd van feest naar feest strompelt, wordt zijn moeder met alzheimer in een verzorgingstehuis opgenomen, dreigt zijn beste vriend Frenk hem te laten vallen en moet hij de verjaardag van zijn dochter Luna, die eenentwintig wordt, organiseren. Een crisis lijkt onvermijdelijk. Waarom is zijn (liefdes)leven zo’n puinhoop? Het is tijd om eens grondig in de spiegel te kijken.
In een hilarische en ontroerende zoektocht naar zichzelf keert Stijn terug naar zijn jeugd in Noord-Brabant, stuit hij op een aangrijpende familiegeschiedenis en belandt uiteindelijk op het Ierse platteland in een ultieme poging antwoorden te vinden op zijn vragen. Zal hij op zijn vijfenvijftigste zichzelf weten te vinden? En belangrijker nog: de liefde?
Stijn is ondertussen vijfenvijftig en treft het niet in de liefde, al heeft hij dat ook wel aan zichzelf te danken, vele vrouwen passeren de revue maar geen één blijft. Stijn komt uit Tilburg, maar hij woont nu in Amsterdam. Padua is het verzorgingshuis waar zijn moeder woont, eerst op de verdieping Verona, maar sinds de Alzheimer verslechterd is woont ze op de gesloten verdieping Genua. Stijn gaat wel langs maar niet zo vaak als hij zou willen. Vanwege een ruzie met zijn beste vriend, dochter en ex gaat Stijn in therapie, in de hoop zichzelf te leren doorgronden en hopelijk zijn echte zelf(terug) te vinden, en een ‘betere ik’ te worden. Stijn duikt middels zijn therapie zijn verleden in, en dat geeft een behoorlijk humoristisch, verdrietig en onthullend verhaal. Zich jonger voordoen dan hij is, drugs, vrouwen, een zoektocht door- naar en in het verleden, een zieke moeder en schuldgevoel, die maken dit verhaal tot wat het is, alle ingrediënten door elkaar gehusseld maken ‘de familieopstelling’, echt het is zeker het lezen waard, wat een geweldig verhaal.
Ik heb me rot gelachen om dit boek, na één pagina al, wat een humor zit er in dit boek. Meteen ook de tip, dat als je preuts aangelegd bent of niet van seks of erotiek houdt, je dit boek beter kunt overslaan, want er komen best wat ‘heftige’ scènes voorbij in die categorie. Jammer vind ik wel dat ik niet eerder iets van kluun gelezen heb, want jeetje wat leest dit heerlijk weg zeg. De cover is simpel, geen opsmuk en ik persoonlijk vind hem niet erg aantrekkelijk maar zeker wel boeiend en de cover komt voort uit een stukje in het boek, of nee, de schoenen komen vaak terug in het boek, laat ik het zo zeggen. Kleine ‘collumn-achtige stukjes’ bovenaan een hoofdstuk zijn om te verduidelijken waar een hoofdstuk over gaat, weetjes uit dat jaar of uitleg over wat een (Tilburgs)woord betekend. De stukken met z’n moeder in Padua zijn erg ontroerend, ik ken het van mijn oma en ik zie het zo voor mij, zoals zovelen zullen hebben bij het lezen van dit verhaal. Het Tilburgse dialect is (sorry voor de Tilburgers onder ons) erg grappig om te lezen, en is ook niet moeilijk om te lezen, soms lees je boeken waarvan het dialect zo letterlijk is opgeschreven dat je er niks van kunt maken, maar dat is in dit boek gelukkig niet zo. Alles dat je in dit boek leest roept herkenning op van toen je zelf klein(jong) was en dat geeft dit verhaal wel een heel lief laagje eroverheen. Het einde is intens verdrietig en ook heel liefdevol. Echt het lezen waard, zelfs (of misschien vooral) als je nog niets van Kluun kent.
Uitgeverij: Lebowski
ISBN: 9789048845286
Pagina’s: 352
Prijs: € 22,99