Voordat ik vanaf begin maart 2012 mijn columns ga schrijven voor Banger Sisters word ik uitgenodigd door een vrouw met “borderline” (een psychiatrische stoornis) om op een zondag in januari 2011 een gastblog te schrijven op haar weblog.
Thema: waar ligt de grens?
Een gastblog? Ik weet van toeten noch blazen.
Pas sinds het verschijnen van mijn boek (begin 2011) ben ik sociale media gaan gebruiken. Vooral met het doel om daardoor wat aan PR te kunnen doen voor mijn boek. Bovendien heb ik nog nooit een blog geschreven. Ik weet niet eens wat een blog is; even googlen.
Maakt eigenlijk ook niet uit want ik kan wel iets over dat thema schrijven. Mijn eigen grenzen heb ik in de achterliggende jaren immers regelmatig overschreden.
Die gastblog heb ik dus geschreven; je zult ‘m vast nooit gelezen hebben.
Op dit moment lig ik al een paar weken met mijzelf in de knoop. Te veel hooi -grenzen!- en dat soort dingen en regelmatig weer doorspekt met die ellendige depri-toestanden. Ik maak het mijzelf nu even gemakkelijk: mijn gastcolumn van 2011.
Bij wijze van uitzondering. Je leest ‘m hierna.
“Waar liggen grenzen?
Soms weet je dat pas als je er voorbij bent
Ik had leuke banen, best wel een mooie carrière. Vergat alleen de grens te trekken tussen werk en privé. Sluipt er geruisloos in: je bent tenslotte loyaal ten opzichte van je werkgever.
Als medewerker: in alle bescheidenheid, iedere baas zou mij willen hebben.
Als mens: wat een stommerik. Ik was bijna zover, dat ik mij nagenoeg volledig identificeerde met het werk dat ik deed. De grootste fout die je kunt maken. Immers als je je werk verliest, ben je niets meer. Des te groter is dan de vrije val waaraan je je niet meer kunt ontworstelen. Rationeel wist ik het; ik liet het gebeuren.
Trouwens, ik houd ook wel van afwisseling in mijn leven, in mijn werk.
Dus heb ik ook vele jaren nogal wat verschillende functies gehad, voor het merendeel binnen P en O. Daarna maakte ik een beroepskeuze die helemaal verkeerd uitpakte: ik werd arbeidsdeskundige bij UWV. De grens en de graadmeter van mijn idealisme -mensen helpen aan de poort van of in de WAO- zakten binnen de kortste keren tot vrijwel nul. Grotendeels ging het immers alleen maar om de aantallen dossiers die je binnen een bepaald tijdsbestek kon afdoen. Daar werd je op afgerekend, zo werd de organisatie gerund. Begrijpelijk, dat wel, want de politiek was leidend en keek over je schouder mee. Alleen, dat was ik niet gewend; het zou ook niet wennen. Daar lag dus mijn grens; ik was er al voorbij.
De rekening die ik heb moeten betalen is hoog geweest. Mijn baan kwijt, werkloos en na vele psychische en psychosomatische klachten uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt: chronisch depressief, onverklaarbaar bewustzijnsverlies.
Ik sta nu heel anders in mijn leven.
Ik zal altijd blijven groeien, maar dan binnen grenzen. Het heeft lang geduurd, heel lang, maar die nieuwe kaders heb ik inmiddels wel geaccepteerd. Daarbinnen blijft voldoende ruimte over om te blijven zoeken naar een nieuwe toekomst. Niet omdat dat moet, maar omdat ik dat zo wil.
Om met Jules Deelder te spreken: Als je de beperkingen kent, kun je daarbinnen onbeperkt te werk gaan.
Dat wordt mijn toekomst.
Zullen we net mensen zijn, Rob? Soms struikelen we, ondanks signalen dat we een stapje terug moeten doen. Toch is het knap dat je aangeeft wat gas terug te nemen.
Je zegt het niet alleen maar maakt het waar door een al geschreven column te plaatsen. Petje af.