“De angst om te verliezen wat we hebben, verhindert ons te worden wie we zijn.”
Een wijsheid van Hanna Arendt, een filosofe in de eerste helft van de 20e eeuw.
Ik loop er een paar weken geleden toevallig tegenaan maar hij komt wel meteen binnen. Een stevig doordenkertje.
Ben ik wel geworden wie ik ben?
In een flits zie ik mijn hele leven bij wijze van spreken aan mij voorbijgaan.
Ik ga uit van het nu; iets anders is er immers niet. Dan spoel ik de film terug naar eerdere momenten in mijn leven. Dat leven voorheen bestaat allang niet meer; het zijn alleen maar wat herinneringen. Ik kom echt niet tot opzienbarende ontdekkingen of onthullingen want volgens mij is er geen mens op aarde die weet wie hij of zij is. Als je dat niet weet, hoe kun je dan bevroeden dat je niet bent geworden wie je bent door de angst om te verliezen wat je hebt?
Wat je zoal kunt verliezen? Dat lijstje vult ieder voor zich maar in.
Mijn talenten heb ik bij mijn geboorte al meegekregen. Ik denk dat ik die naar tevredenheid heb benut. Méér hoef ik niet te weten of te wensen.
Ben ik nou geworden wie ik ben?
Uitgerekend in de perioden waarin ik het moeilijk heb gehad -werkloos, ziek en daarna chronisch depressief- heb ik ontdekt wat mijn echte krachten zijn. Mijn kwetsbaarheid blijkt mijn kracht.
Ben ik nou geworden wie ik ben?
Ik leef nu mijn leven zoals het leven komt en gaat. Ik heb mijn beperkingen geaccepteerd maar ik heb nog altijd mijn idealen. Ik heb ontdekt wat de echt waardevolle dingen in het leven zijn. Materialistische zaken zijn alleen maar uiterlijkheden, maar dat wist ik al.
Ben ik nou geworden wie ik ben?
Eerlijk gezegd heb ik nog altijd geen idee wie ik ben.
Eén ding weet ik zeker. Ik ben méér dan de som der delen. Ik ben echtgenoot en vader van twee kinderen, ik schrijf graag, ik kan een aardig potje biljarten. Ik heb altijd leuke banen gehad, raak werkloos en daarna chronisch depressief. Is dat het plaatje van wie ik ben? Volgens mij ben ik vele malen méér.
Wat ik ook zeker weet, is dat ik al vele jaren geen enkele angst heb om nog iets te verliezen als belemmering om te worden wie ik ben. Maar daarmee weet ik nog altijd niet wie ik ben en weet ik al helemaal niet wat te doen om te worden wie ik ben.
Wat anderen van mij vinden maakt mij trouwens geen bal uit.
Vroeger niet, nu niet en nooit niet.
De vraag wie ik ben zal ik nooit kunnen beantwoorden.
Het antwoord interesseert mij ook helemaal niet. Misschien is dat wel het verschil tussen een filosoof en een realist. Ik constateer alleen maar dat ik niet ben wat mij is overkomen, maar dat ik ben wie ik koos te worden (Carl Jung). Ieders leven bestaat immers alleen maar uit het maken van keuzes. Verder dan die constatering kom ik niet.
Ben ik dan bang om te verliezen wat ik heb?
Nee, nu niet meer. Die periode heb ik ruim tien jaar geleden meegemaakt: baan kwijt, groot deel van mijn inkomen kwijt, angst om geen baan meer te vinden, angst om het huis te moeten verkopen, groot deel van mijn gezondheid ingeleverd. Best wel heftig. In die periode leid ik jarenlang een volstrekt leeg leven. Helemaal het noorden kwijt en geen doel meer voor ogen. Ik ben altijd al een optimist geweest maar zeker sinds die tijd heb ik geleerd om mij telkens weer te realiseren wat ik wél nog heb. Angst om ook dat nog kwijt te raken heb ik niet. Het is goed zo en als ik ook dat zal verliezen dan komt er vast weer wat anders voor in de plaats.
Dit soort vragen zet mij wel aan het denken maar ik zal nooit een goede filosoof worden.
Heb jij je die vraag wel eens gesteld?