Sjuul logeert bij haar opa. Haar opa is heel bijzonder: hij zingt in een koor en heeft allerlei spullen in huis die met zijn geloof te maken hebben, van beeldjes van heiligen tot spreuken met geboden. Dat je van zijn geloof niet mag stelen en liegen begrijpt Sjuul wel, maar als je altijd eerlijk moet zijn, waarom vertellen volwassenen dan niet alles? En waarom mag je niet een mens doden, maar wel een dier?
Als Sjuul op een middag met haar opa bij de koorrepetitie is, is ze getuige van een diefstal: een jongetje haalt ongezien muntjes uit een bakje. Dat ook het gebod van niet stelen niet zo eenduidig is, ontdekt ze als ze achter de ware reden van de diefstal komt.
Met haar ontwapenende eerlijkheid bevraagt Sjuul de wereld om zich heen. En daardoor helpt ze en passant ook andere mensen – of het nou het kleine jongetje Hugo is, zijn moeder of haar oude opa.
Sjuul logeert de komende dagen bij opa, en Sjuul vind dat maar wat fijn. Altijd als mama en zij naar opa en oma Sarah, zijn tweede vrouw, gingen was dat maar éven en even is altijd veel te kort vond Sjuul. Nu heeft ze lekker drie dagen de tijd om rond te snuffelen. Want opa heeft meer dan genoeg ‘geheimpjes’ waar Sjuul alles over wil uitpluizen. De tien geboden die bij opa in het trapgat hangen leest Sjuul keer op keer, maar ze krijgt het maar niet in haar hoofd gestampt. Geloof is maar een lastig iets vind ze. Wanneer ze op een dag in de kerk zit te wachten op opa die een koorrepetitie heeft, ziet ze dat iemand iets doet wat niet mag. Maar wat moet ze doen? Kan ze opa z’n goede dag verpesten door het te vertellen? Of zal ze zelf de held worden in dit mysterie en het oplossen door op onderzoek uit te gaan?
In dit verhaal lees je heel goed dat het leven geen zwart wit is, maar kleur en grijstinten.Er worden wel woorden gebruikt waar zelfs ik het bestaan niet vanaf wist en dat haalt mij dan uit het verhaal. Na het opzoeken wat het betekende wist ik wel wat het was, maar dan ben ik er toch al uit en dat vind ik erg jammer. En ik zie dat het voor 10-12 jarigen is, die kennen dit woord zeker weten niet. Het is een vrij serieus verhaal, maar Sjuul heeft de heerlijk kunst van kinderlogica echt onder de knie, en dat maakt dit boek dan ook wel weer erg grappig. Het is een luchtige en fijne manier van vertellen van Saskia de Jong waardoor je door het verhaal heen vliegt. Het verhaal draait om het geloof in God, maar niet op een manier dat het vervelend is. Het is eigenlijk gewoon een mooi verhaal en af en toe wordt er vanuit een gelovig oogpunt gekeken of gehandeld. Sjuul snapt weinig van al dat geloof en dat brengt humor in het verhaal. De omslag is heel mooi en rustig, en zegt heel veel over het verhaal. De titel vind je ook terug verderop in het verhaal, en die is waarschijnlijk wel iets anders dan je in eerste instantie had gedacht. Door de manier van schrijven zie je Opa, Sjuul en Hugo echt voor je…. wie Hugo is? Dat zul je zelf moeten gaan lezen. Ik kan je wel zeggen dat dit zo’n fijn en lief verhaal is, dat het bijna jammer is dat het zo fijn leest, want je hebt het in razend tempo uit.
Uitgeverij; Lemniscaat
ISBN: 9789047715870
Pagina’s: 102
Prijs: € 14,99