Zoek ik publiciteit en aandacht?
Vind ik mijzelf zo’n kei?
Denk ik dat ik een geweldig schrijver ben?
Een driewerf Nee!
Schrijven is voor mij simpelweg een manier van communiceren.
Dat gaat tegenwoordig vaak veel gemakkelijker door wat te schrijven dan gewoon met mensen te praten. Hoeveel mensen kennen die woorden nog: gewoon met elkaar praten!?
Schrijven doe ik als het mij uitkomt en waarover ik wil.
Wil iemand dat wel lezen? Ik zie het wel. Ik wil op dat moment gewoon iets vertellen en dus doe ik dat. Welke dag en tijd dat zal zijn wil ik niet laten bepalen door de agenda van anderen. Druk, druk, druk en zo; laat maar. Ik vind mijn eigen weg wel, o.a. door te schrijven.
Schrijven is voor mij belangrijk.
Ik schrijf over wat mij bezighoudt, hoe ik over dingen denk. Maar ik schrijf ook over feestelijke aangelegenheden en heel wat andere luchtige onderwerpen. Af en toe wat stomme fratsen uithalen en lichtvoetige humor maar meestal toch met een bloedserieuze ondertoon. Ook momenten van bezinning over dingen die er in het leven echt toe doen.
Wat ik met mijn schrijfsels vooral wil bereiken: een heel gevarieerd scala van onderwerpen weergeven in voor iedereen herkenbare en gemakkelijk leesbare stukjes.
Mensen noemen dat columns.
Ik schrijf dus ik ben auteur; geen (geweldig) schrijver. Daarmee wil ik mij ook op geen enkele manier vergelijken en ik streef er ook niet naar om ooit schrijver te worden. Laat mij maar lekker wat aanklooien met mijn stukjes die ik regelmatig produceer voor Banger Sisters.
Sorry voor het woordje “aanklooien”; dat had ik niet moeten gebruiken. Dat zou een belediging zijn voor Banger Sisters en mijzelf. Het kwam even wat rottig mijn strot uit.
Mijn columns schrijf ik altijd graag en lezers vinden ze vaak nog leuk ook; herkennen er veel in.
Het schrijven ervan kost mij geen energie maar geeft mij energie. Waarom zou ik dan stoppen?
Daarom schrijf ik.
Wat ik nog veel belangrijker vind is dat ik in die columns iets kan vertellen over serieuze thema’s die niet alleen mijzelf hebben geraakt en gevormd maar waar ik hopelijk ook anderen mee kan helpen.
Meer dan een helpende hand is het vaak niet maar ik krijg er wel vaak heel mooie reacties op.
Van lotgenoten, van familieleden en vrienden van lotgenoten. Een stukje herkenning in wat ook zij hebben meegemaakt. Ik schrijf het alleen op: langdurige werkloosheid, als gevolg daarvan chronische depressiviteit, wat doet dat met jou en met je gezin? Hoe het was en nu is: de praktijk. Therapieën, wat heb ik ervan geleerd en wat heb ik zelf gedaan? Dat is waar iedereen in vergelijkbare omstandigheden mee te maken kan krijgen. Dat is het verhaal dat ik al heel vaak heb verteld en zal blijven vertellen.
Daarom schrijf ik.
Ik heb intussen twee boeken geschreven.
Het eerste, “Van werkloos tot depressief” (2011) is een autobiografie: alle ellende en opgekropte frustraties van jaren in één klap van me afgeschreven. De bureaucratische muren van beton waar ik tegenop loop en de belangrijkste les die ik heb geleerd: ik moet het zelf doen. Daarna pas kan ik weer beginnen met een frisse doorstart. Een betere therapie dan schrijven heb ik nooit gehad!
Mijn tweede boek, “Vis op vrijdag”, (2015) is een selectie uit mijn columns van de afgelopen drie jaar.
Eenvoudige, menselijke verhalen uit de praktijk van alledag. Over gebeurtenissen die een mens kunnen veranderen, wat doet dat met je, (voor)oordelen weghalen en laten zien wat het verhaal achter het masker is. Een stukje bewustmaking. Ik laat simpel zien wat ik heb meegemaakt en hoe het komt dat ik nu ben zoals ik ben. Menigeen zal zich daar vast wel in herkennen.
Daarom schrijf ik.
Je vindt allebei die boeken op mijn website www.robvanspanje.nl.
Die reclame maak ik alleen maar omdat ik met een deel van de opbrengst van mijn boeken een bijdrage wil leveren aan kinderkankerbestrijding. Dat doe ik al jaren.
Ook daarom schrijf ik.
Helemaal helder, Rob. Zo heb ik het schrijven van jou ook begrepen. Jou column leest plezierig, het stroomt. Ik hoop nog lang van je te blijven genieten.
Dank je wel Truus, fijn om te horen.