Onder het pseudoniem Pieter Daemon schreef hij De Politielords. Een boek waarin hij zijn ervaringen en belevingen die hij opdeed als informaticus bij de EUPM, verwerkte tot een verhaal vol schokkende feiten. Tijd om eens nader kennis te maken met de auteur van dit spraakmakende boek.Wie is Pieter Daemon, de schrijver achter De Politielords?
Ik ben afkomstig uit West-Vlaanderen, geboren in Kortrijk. Tegenwoordig leef ik met vrouw en kinderen in de Belgische Ardennen. Met zestien verliet ik mijn woonplaats en trok naar het leger om er te studeren. Mijn ouders hadden de middelen niet om hogere studies te bekostigen.
Dus heb ik tijdens mijn vijfendertigjarige loopbaan bij het leger meerdere jaren gestudeerd en ben ik na twintig jaar onderofficier specialist elektronica, digitale en radartechnieken te zijn geweest, officier geworden. Kort daarna volgde ik een cursus informaticawetenschappen en later Burgerlijke en Militaire samenwerking, met een passage in Ede, Nederland. Tijdens de laatste vier jaren van mijn loopbaan was ik docent in Ankara en deed ik drie uitzendingen naar de Balkan waar ik twee jaar voor de EU werkte. Toen ik op rust werd gesteld, begon ik korte verhalen te schrijven totdat ik in 2005 mijn eerste roman schreef. Ondertussen heb ik vier romans en twee verhalenbundels geschreven en uitgegeven. De Politielords is mijn laatste werk.
Waar heb je de inspiratie voor De Politielords uitgehaald? Wie of wat heeft je op het idee gebracht?
Mijn leven is zo rijk aan ervaringen, dat sommige alle verbeelding overstijgen. In al mijn vorige romans heb ik fictie met werkelijkheid verweven. Maar met “De Politielords” hoefde ik niets te verzinnen.
De Politielords is gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen, wat kun je ons hierover vertellen?
Na twee jaar Balkanervaring kreeg ik de kans van mijn leven om een tweede loopbaan te beginnen toen mij gevraagd werd om bij de EUPM te gaan werken als hoofd van de informatica-afdeling. Ik kwam in een nieuwe wereld terecht, maakte kennis met de Internationale Politie Task Forces en met een team dat ervoor moest zorgen dat de EUPM zes maanden later de taken van deze IPTF kon overnemen. Voordien had ik bij de EUMM gewerkt. Daar waren de meeste waarnemers militair of op rust gestelde militairen. De mentaliteit en de sfeer waren uitstekend. Maar bij de EUPM voelde ik meteen dat de meesten een dubbele agenda hadden. Sommigen waren voortdurend op jacht naar de beste functies. Maar tijdsnood was hun grootste probleem, en hoewel de Britten de informaticaplaats voor zich opeisten, moesten ze toegeven dat de tijd ontbrak om een van hun landgenoten aan te werven. Ik was de enige beschikbare informaticus met de nodige ervaring en ik had als hoofdinformaticus pas de EUMM gereformeerd. Ze beschouwden me als hun oplossing, maar zo werd ik ook hun probleem.
Ondertussen had ik de lokale taal geleerd en op een dag ontmoette ik een slachtoffer van de mensenhandel, een tweeëndertigjarige Moldavische moeder die met een list uit haar land was weggelokt en in een mensenhandel-netwerk was terechtgekomen. Tussen deze jonge vrouw en mij ontstond er een vriendschap. Toen Tina mij om hulp riep om uit het milieu weg te komen, aarzelde ik niet en haalde haar uit het milieu. Vanaf dat moment begonnen onze problemen…
De politielords is enerzijds het verhaal van een slachtoffer van de mensenhandel, gebaseerd op wat de vrouw mij heeft verteld, en anderzijds het leven achter de schermen van een politieorganisatie die niet zo humanitair is of was, als ze wilde laten geloven. De hogere ambtenaren bepaalden hun eigen regels en overtraden diegene die vastgelegd zijn in het “Handvest van de basisrechten van de EU”. Tevens handelden ze tegen “De Principes van het Recht”. Het is vooral een relaas over menselijke verhoudingen en gedragingen in gesloten gemeenschappen, ver weg van thuis en familie. Een vriendschap die uitgroeit tot een emotionele relatie. Maar “De politielords” beschrijft een sombere wereld die ik voortaan “Hypocrisia” noem.
Pieter Daemon is een pseudoniem, waarom heb je hiervoor gekozen? Heeft dat te maken met de waargebeurde elementen die in De Politielords aan het licht worden gebracht?
Eigenlijk niet direct. Toen ik begon te schrijven was ik realist genoeg om te beseffen dat ik niet meteen een bestseller zou schrijven. Een boeiend en interessant verhaal vertellen, is heel iets anders dan analyses te schrijven, die eens tot mijn opdracht behoorden tijdens mijn loopbaan. Dus begon ik onder een eerste pseudoniem, Petar Molic. Later werd dat Pieter Depraet en uiteindelijk Pieter Daemon. Telkens als ik een stap verder stond in mijn ontwikkeling als schrijver, veranderde ik van pseudoniem. Ik beschouwde dat als een soort evolutieproces. Met “De Politielords” heb ik eindelijk het niveau bereikt om een nieuwe loopbaan als auteur aan te vatten. In de toekomst zal ik vooral de naam Henri Patrik gebruiken, mijn beide voornamen.
Aangezien ik over gebeurtenissen schrijf die velen in de doofpot willen stoppen, maak ik niet alleen maar vrienden. “De Politielords” is door collega’s positief onthaald, maar heel wat personen zouden verkiezen dat het boek geen al te grote bekendheid krijgt. Daarom schrijf ik op wens van mijn familie onder een pseudoniem. Zo maak ik een scheiding tussen auteur en de op rust zijnde familievader.
Werd je al schrijvend een bepaalde richting in geduwd of had je voordat je begon al een duidelijke opzet in je hoofd?
Als adolescent schreef ik al over taboethema’s zoals de Vietnamoorlog, gemengde opvoeding in de katholieke scholen, pro en contra doodstraf. Als zestienjarige won ik zelfs een prijs met een essay over de “Wereldvrede”, uitgeschreven door de “Lions Club”. Mysteries en complotten boeien mij, terwijl al het onrecht in de wereld me doet tandenknarsen omdat ik weet dat er oplossingen zijn. Ik neem al deze thema’s als basis voor een boeiend verhaal, want in de eerste plaats wil de lezer meegevoerd worden in de voorgestelde wereld. Als hij niet meer geïnteresseerd is, haakt hij af. Maar ik ben overtuigd dat elk onderwerp zich leent om het spannend te brengen. De werkelijkheid overtreft meestal de verbeelding en de beste thrillers zijn deze gebaseerd op ware gebeurtenissen.
En toen was “De Politielords” een feit. Vond je het eng toen je besefte dat iedereen het verhaal opeens kon lezen?
Waarom zou ik het eng vinden, het is juist de bedoeling dat een groot publiek het zal lezen. Diegenen die het lazen en hun mening bekend hebben gemaakt, geven positief commentaar, ook al zijn ze soms onthutst en kunnen ze moeilijk geloven dat al deze gebeurtenissen werkelijk hebben plaatsgevonden. Kijk naar de recensies op Bol. Zelfs politiemannen en vroegere politiemannen hebben positief gereageerd. Die hebben begrepen dat ik niet de “eerlijke” en “gemotiveerde” politieman op de korrel neem, maar het alleen op de rotte appels heb gemunt.
Heb je meer reacties gekregen op “De Politielords” of het verhaal erachter?
De reacties zijn nooit eerder zo positief geweest als bij “De Politielords”. De meeste lezers kennen wel de achtergronden van de Balkanconflicten, maar ze hebben een volledig vertekend beeld van die hulporganisaties. Ze weten niet wat er achter de schermen gebeurt. Ook over de mensenhandel is hun weinig bekend, want het is een thema dat niet zo openlijk wordt behandeld omdat het meestal in samenhang met de prostitutie wordt gebracht. Ik heb het geluk gehad zes maanden met een slachtoffer te kunnen samenleven en door deze vrouw een inblik te krijgen in de wereld van de mensenhandel. Door Tina, zoals ik haar in “De Politielords” heb genoemd, krijgt de lezer toegang tot een sombere wereld waarin misdadigers en politiemannen meer gemeen hebben dan de gewone burger mag geloven.
Wat hoop je dat “De Politielords” overbrengt, en wellicht teweeg kan brengen?
Geen enkele roman heeft ooit de wereld kunnen veranderen, en “De Politielords” zal dat ook niet doen. Maar het zou me genoegen doen dat een groot publiek begrijpt dat wat hij op de beeldbuis ziet, niet altijd met de realiteit strookt. In een tijdperk waarin de politici meer en meer de door onze voorouders verworven rechten weer teniet doen in de naam van de economische crisis, is de tijd aangebroken om de gewone burger de ogen te openen en hen erop te wijzen dat het wereldbeeld aan het veranderen is, dat de democratie niet meer dezelfde betekenis heeft als vroeger, dat we dagelijks worden bedrogen, dat onze vrijheid met de dag beperkter wordt en dat de politici zeker niet meer naar de stem van hun kiezers luisteren.
Heb je naast het schrijven nog andere bezigheden?
Schrijven is mijn hoofdbezigheid geworden, maar ik help ook collega’s en beginnende auteurs. Ik doe dat volledig gratis. Bovendien lees ik veel, vooral ’s nachts.
Tot slot, wat kunnen wij van jou in de toekomst verwachten, werk je bijvoorbeeld al aan een volgend boek?
Mijn volgende roman is alweer een waar gebeurd verhaal. Het gaat over Marian de Garriga, een Nederlandse componiste die in de jaren 70-80 de muziek in de publiciteit (de Ster) heeft gerevolutioneerd. Ze schreef ook de filmmuziek van “Het jaar van de kreeft”. Ze werd in Thailand vermoord en ik had gedurende meer dan een jaar, dagelijks bijna vijf uur interviews met de man die eerst veroordeeld en later vrijgesproken werd bij gebrek aan bewijzen door het Hooggerechtshof in Bangkok. Het is een roman over haar leven, haar liefdes en ontgoochelingen en uiteindelijk haar dood. “Opus Posthumus” zal de roman heten en mijn coauteur is een jeugdvriendin van Marian die na het lezen van mijn eerste boek over haar contact met mij heeft opgenomen.
Bovendien werk ik een tweede roman af waarvan het manuscript al is geschreven: Task Force Romeo, een waargebeurd verhaal over de BE-NL samenwerking in Albanië tijdens de Kosovo-oorlog. Onthullingen die voor vroegere commandanten onaangename herinneringen zullen oproepen.