Jean Paul Louis Emanuel (Sjeng) van Dalsum werd geboren in Amsterdam op 6 maart 1943 en vertrok al snel daarna met zijn ouders naar Limburg, waar ze ondergedoken zaten. Sjeng kreeg zijn opleiding o.a. aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij was een bevlogen kunstenaar en vond zijn onderwerpen overal; hij tekende en schilderde landschappen, stadsgezichten, portretten, naakten en stillevens. Toen hij (min of meer noodgedwongen) stopte als kunstschilder en ging studeren, was hij pas vijfendertig en nog volop bezig een eigen stijl te ontwikkelen. Maar uit zijn nagelaten werk spreekt grote begaafdheid. Hij was in staat om zijn onderwerpen, soms in enkele streken en wat kleur, treffend neer te zetten.
Na het overlijden van Sjeng van Dalsum in 2015 kreeg Joke Pallada, Sjengs vrouw sinds 2007, de verantwoordelijkheid over de nalatenschap van de Van Dalsums. Ze wist dat Sjeng aan het begin van zijn carrière kunstschilder was geweest, en ze kende natuurlijk ook wat werk van hem, maar ze werd toch verrast door de hoeveelheid, de veelzijdigheid en de kracht van wat er nog meer boven water kwam. Er waren ook brieven bewaard gebleven waaruit bleek hoe hij kunstenaar was geworden en waardoor zijn carrièreswitch was veroorzaakt. Verder had hij zijn leven lang aantekeningen gemaakt en dagboeken geschreven. Joke raakte gefascineerd door Sjengs leven en zijn kunst van vóór haar tijd en gaandeweg ontstond het idee om een fotoboek te maken van een deel van zijn nagelaten werk, met daarin een compacte biografie van zijn kunstzinnige bestaan. (meer…)