Er kwam op de Instagram wat voorbij over slechthorendheid. Iemand had een boek gelezen over labelen. We labelen graag mensen omdat dat overzicht geeft. Maar een mens valt niet te labelen of ergens in een hokje te stoppen. Soms is het fijn om een naam te hebben zodat je weer verder kunt en dingen kunt aanpakken om je leven weer op de rails te krijgen.
Maar waar het om gaat, als ik zo van haar stukje begreep, is dat je labels niet moet omzetten naar identiteit. Daar ben ik niet mee eens. Het punt is dat wij dingen graag een naam willen geven zodat we kunnen verklaren waarom iemand anders is. Eigenlijk moeten we het anders zien, niemand is anders, ieder mens is uniek. Alleen voor sommige mensen kan een benaming eindelijk een verduidelijking geven waarom sommige dingen misschien moeizaam gingen of waarom ze anders voelen of gedragen dat niet past volgens de ‘norm van de maatschappij’.
Sommige benamingen kunnen een onderdeel zijn van de identiteit. Dus nee, een label wordt geen onderdeel van je identiteit. Het is al een onderdeel van je identiteit, het heeft alleen een naam gekregen. Zij schreef over haar slechthorendheid, dat het een label is en dat zij daarom ook probeert de gedachtegang daarover te veranderen. Dat slechthorendheid geen identiteit is, maar een label. Daar ben ik dus niet mee eens.
Doof en slechthorend zijn, is een onderdeel van een identiteit, dus niet een allesbepalende identiteit maar wel een deel ervan. Ik zie slechthorendheid als een onderdeel van mijn identiteit. Tenslotte hebben de doven een eigen cultuur, eigen taal die grammaticaal anders is dan het Nederlands. Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een erkende taal in Nederland. Dus het is niet een label, het is een identiteit, zoals Nederlands zijn een identiteit is. Als de doven en slechthorenden dat niet als identiteit zagen dan hadden zij zich ook niet zo hard ingezet dat NGT een erkende taal in Nederland werd en de behoefte aan een eigen cultuur.
Alleen denk ik dat ik mij er bewuster van ben van het onderscheid in identiteit van doof en slechthorend. Ik heb horende ouders en een dove zus, dus ik ben opgegroeid in beide werelden. Lang heb ik gedacht waar hoor ik thuis. In mijn tienerjaren is mijn zoektocht begonnen, een zoektocht van waar hoor ik thuis. Gaandeweg zie je dat men in Nederland zich eindelijk bewuster wordt van doven. Alleen waar zijn de slechthorenden? Soms als ik aangeef dat ik slechthorend ben, zeggen de mensen, ‘o, je bent doof’. Dan denk ik, jij bent doof. Ik zeg slechthorend.
Ik blijf mijn column maar aanpassen, aanpassen in de zin van de lengte van de column. Ik overschrijd continue het aantal gemiddelde woorden. Dus is het wel duidelijk dat ik er eigenlijk nog zoveel over wil schrijven. Zoals ik al eerder zei, door mijn werk op die school ben ik bewuster naar mezelf gaan kijken maar ook naar hoe de wereld naar slechthorenden kijken. Maar ook, hoe zien de kinderen zichzelf. Dat vind ik interessant en na de kerstvakantie ga ik met een collega aan de slag daarover.
Dus dit onderwerp zal geheid regelmatig terugkeren.
Ik wens jullie een hele fijne dagen!