Mijn eerste column in het nieuwe jaar.
In dat nieuwe jaar passen ook nu weer precies 365 dagen. Zo meteen lacht een heerlijk blanco vel papier mij weer toe. Ik glimlach alvast terug. Er zullen ook dit jaar nog veel maagdelijk witte A4-tjes volgen. Die ga ik telkens weer met plezier zwart maken. Simpel, omdat ik geniet van het schrijven van deze columns.
Heb ik een plan, een lijstje van thema’s die ik dit jaar de revue wil laten passeren?
Nee, gelukkig niet want dat zou mij meteen beperken. Uiteraard lees ik wel belangstellend de reacties van lezers op mijn columns. Die krijg ik best wel vaak via mijn persoonlijke mail. Vooral blijven doen! Ook kijk ik regelmatig naar de cijfers: hoe vaak zijn mijn stukjes gelezen?
Mooi zou zijn als lezers binnenkort direct op de website van Banger Sisters kunnen reageren. Regelmatig krijg ik ook de vraag waarom dat niet kan.
Helemaal mee eens: zou eigenlijk moeten kunnen. Die vraag heb ik inmiddels ook doorgegeven aan Banger Sisters. Even geduld: wordt aan gewerkt.
De onderwerpen om over te schrijven zijn onbegrensd: van een wc-rol tot doodgaan en alles wat daartussen zit. Aan fantasie heb ik geen gebrek. Alleen maar schrijven over thema’s die de lezers leuk vinden doe ik niet. Ik houd er wel soms rekening mee.
Voor mij staat voorop dat ik kan schrijven vanuit mijn hart, vanuit mijn gevoel. Geen drama maar de eenvoudige, voor iedereen herkenbare dingen van alledag. Het leven is vaak zo mooi, zeker als weinig al genoeg is. Iedereen ziet toch dagelijks allerlei mooie dingen om zich heen. Tenminste als je ze wilt zien. Voor mij zijn dat de fleurige bloemetjes, telkens weer de inspiratiebron van het leven. Het enige dat ik met mijn columns doe is af en toe zo’n bloempje plukken en er wat over schrijven. Zo simpel kan het zijn.
Vaak heb ik toch wel een serieuze boodschap maar meestal wel met een glimlach. Behoefte aan een eeuwige klaagmuur heb ik niet. Klagen is gelukkig niet mijn sterkste kant en dat wil ik zo houden. Ik houd van af en toe wat humor. Als ik geen humor meer mag hebben, ga ik dood en dat is voorlopig nog niet de bedoeling. Althans niet van mij.
Doorgaans word ik niet zo gauw boos, laat staan kwaad.
Zo rond de jaarwisseling was ik dat dus wél, en mét mij gelukkig vele anderen.
Branieschoppers die vuurwerk van fors kaliber aan een hondje vastbinden en dat tot ontploffing brengen. Hetzelfde gebeurt even later met een kat. Beide overleven het niet. Ik prijs mij gelukkig dat ik doorgaans alleen maar voor rechter speel over mijn eigen gedrag. Daar heb ik mijn handen meer dan vol aan.
Ik hoop uit de grond van mijn hart dat die hersenloze wezens gepakt worden. Vuurwerk, vooral van ruimschoots zwaar kaliber, in hun eigen kont. En niet vergeten aan te steken; liefst met veel omstanders erbij. Vooral ook even met z’n allen heerlijk genieten en vooral lachen als ze het uitschreeuwen dat ze het zo toch niet bedoeld hadden, dat we moeten stoppen omdat ze het helemaal niet leuk vinden en bang zijn! Een daverend applaus, gejoel en dan de vlam erin. Nou ja, dat was even mijn fantasie. Ik stop maar want ik ga over mijn nek van dat vulles. Zeker weten dat lezers ook in dit opzicht vele malen creatiever zijn.
Het recht zal hopelijk zegevieren.
Ik hoop alleen dat bij het bepalen van de strafmaat het maatschappelijk afgrijzen voor dit soort gruweldaden de doorslaggevende maat zal slaan. In ieder geval geen taakstrafje van 40 uur. Dan komen we misschien toch weer een stapje dichter bij wat beschaving heet.