Ik ben katholiek opgevoed. Rooms nog wel.
Zoals dat nu eenmaal met kleine kinderen gaat: je ouders bepalen hoe jij voorlopig verder door het leven gaat. Je wordt gedoopt, doet de Eerste Heilige Communie en wordt gevormd. Dat laatste heet dan het Vormsel.
Kinderen ontvangen dat Vormsel, het derde van de Heilige sacramenten, en hebben ook vandaag de dag nog altijd geen idee wat daar de bedoeling van is. Is in mijn jeugd niet anders.
Google zelf maar wat het zou moeten betekenen; ik leg het niet uit.
Tegen de tijd dat je zelf de jaren van het verstand hebt bereikt, beslis je zelf maar hoe je verder door het leven wil. Ook trouwen “voor de kerk” behoort dan tot de mogelijkheden. Verruil je het aardse voor het hemelse? Ook dat kun je allemaal (laten) vieren in de kerk. Toegegeven: multifunctioneel en van de wieg tot het graf krijgt zo wel inhoud.
De jaren van het verstand heb ik inmiddels wel bereikt, denk ik. Menigeen betwijfelt dat weleens. Snap ik; geef ik vast wel regelmatig aanleiding toe.
Maar toch, op de katholieke lagere school ben ik er al vroeg bij.
De katechismus ken ik als de beste. Voor niet-gelovigen: die katechismus is gewoon een boekje waarin de essentie van het geloof op eenvoudige manier is weergegeven. Het valt ook de meester op dat ik dat boekje zo goed ken en ik mag klasgenootjes “overhoren” of ze hun katholieke huiswerk wel goed hebben gedaan.
Naast die katechismus heb je ook nog de geloofsbelijdenis, het “credo”.
Dat is een opsomming van de “Tien geboden” waar mensen zich aan te houden hebben, willen zij zich inderdaad gelovige mogen noemen. Ik kan ze in die tijd drómen. Nadenken over de inhoud ervan hoef ik niet dus ik mag mijn klasgenootjes ook nu weer overhoren. Vreselijk, zo achteraf bezien.
Volgens die Tien geboden is er uiteraard maar plaats voor één God.
Geloof je dat al niet dan is het meteen einde oefening. Andere (af)goden zijn ten strengste verboden. Ook vloeken is uit den boze. Zes dagen per week werken en dan een verplichte rustdag; zo staat het in de bijbel. Mensen doen het ook nog! Simpel, omdat het in de bijbel staat…
Eer uw vader en moeder kan ik mij wel wat bij voorstellen. Liegen, stelen en moorden is niet toegestaan. Maar daarna komen we al op glad ijs: “Gij zult de vrouw van uw buurman niet begeren” en “Gij zult geen overspel plegen”.
Het lijkt mij verstandig dat ik hier even stop. Er mag helemaal niks meer!
Daarom ben ik van mijn geloof gevallen.
Ik ben er ook al vroeg bij als ik ga nadenken over wat er nu eigenlijk in die bijbel staat.
Het Scheppingsverhaal. Er is opeens land, lucht en water; alle dieren en planten alsof het nooit anders is geweest. Vorige week was er nog niks en nu opeens…!? En dat alles in zes dagen!
Adam en Eva, de eerste mensen op aarde; toen de aarde nog een paradijs was. De Zondvloed en de ark van Noach. Die zee die opeens helemaal open splijt zodat mensen er doorheen kunnen lopen.
Kom op zeg: van Fred Kaps en Hans Kazan heeft in die tijd nog nooit iemand gehoord. Dus dat kan helemaal niet. Voldoende redenen om te twijfelen aan de juistheid van het scheppingsverhaal.
Heel lang geleden ben ik dus al van mijn geloof gevallen. Welk geloof?
Ach, ooit ben ik kind geweest. Ik hield en houd van een grapje maar in onzin en sprookjes geloof ik niet. Natuurlijk is de bijbel geen sprookjesboek. Het is een verzameling al dan niet fictieve verhalen om mensen te doordringen van een aantal normen en waarden. Als we die met z’n allen proberen na te streven, wordt de wereld anders; wellicht beter.
Ik zou echt niet meer weten wat er in die katechismus stond.
De Tien geboden? In de loop van mijn leven heb ik een aversie ontwikkeld tegen alles wat moet en niet mag. Ik zoek en vind mijn eigen weg wel. Ik heb maar drie waarden in mijn leven: naastenliefde, respect en een beetje humor. Twee ervan staan in de bijbel; ik zeg niet welke.
De normen die daarbij passen hoeft niemand mij voor te schrijven of te verbieden.
Die bepaal ik nog altijd zelf.
Dat is voor mij de God waarin ik geloof.
Zo wil ik leven.