Op 1 augustus 2012 ben ik een van de gasten bij het programma “Hollandse Zaken” van omroep MAX. Thema: Oud, werkloos en afgeschreven. Een discussie over de moeizame zoektocht naar werk van 50-plussers.
Moet ik daar trots op zijn?
Nou nee. Het is gewoon in- en intriest. Wel leuk dat ik regelmatig op tv en radio ben, daar niet van. De thema’s in mijn boek, werkloosheid en depressiviteit, zijn dan ook al lange tijd en nog steeds actueel. Sinds het verschijnen van mijn boek (2011) ben ik inmiddels al vijf keer op tv en een keer op de radio geweest, los nog van dag- en vakbladen. Natuurlijk is dat leuk, niet zozeer voor mijzelf, wel voor het verhaal dat ik te vertellen heb. Een giga last valt van mijn schouders als ik mijn ervaringen heb opgeschreven. In een boek, een autobiografie over de afgelopen tien jaar.
Niet alleen een steun voor mijzelf maar vooral ook bedoeld voor die ander.
De presentator van “Hollandse Zaken” stelt mij de vraag: Wat doet dat nou met je als je werkloos wordt? Kun je wel verwachten natuurlijk maar ik ben die avond moe, niet echt op z’n best en dwaal te veel af. Maar toch, er zijn meerdere aspecten geweest die bij mij een rol hebben gespeeld.
In de eerste plaats gaat mijn zelfvertrouwen volledig naar de knoppen. Een paar weken of maanden werkloosheid kan geen kwaad. Dat is zelfs leuk. Ik “geniet” van een uitkering en kun doen en laten wat ik wil. Ik heb mij destijds dan ook heerlijk afgereageerd in allerlei fysieke klussen; achterstallig onderhoud in huis en tuin. Ik barst in die periode van de energie. Het zullen allemaal afleidingsmanoeuvres blijken te zijn. Ontkennen dus van de werkelijkheid.
Na verloop van tijd begin ik mij af te vragen of ik nog wel in staat ben om datgene te doen waarmee ik meer dan 25 jaar de kost heb verdiend. Ik twijfel. Iedere afwijzing op mijn vele sollicitaties bevestigt die twijfel: zie je wel, werkgevers zien het met mij niet meer zitten. Het slaat nergens op maar ik laat het wel gebeuren.
Bovendien komt onvermijdelijk de schuldvraag. Waarom ik? Is het de schuld van de werkgever? Is het mijn eigen schuld? Had ik wel die laatste beroepskeuze moeten maken? Het gaat dan niet meer om zelfvertrouwen maar ook om zelfrespect. Als ik zie dat het helemaal fout is gegaan voel ik mij schuldig ten opzichte van mijn gezin, mijn vrouw en kinderen. Je kunt er lang over tobben maar het is helemaal geen kwestie van schuld. Ik zal het pas achteraf begrijpen. Maar ik heb destijds wel de nodige vragen gehad, voor mijzelf. Waarom ben ik hier nog, wat is de zin van het leven? In die periode bekijk ik het leven regelmatig door een pikzwarte bril. Ik heb het er maar moeilijk mee. Menige dikke boom langs de weg … Laat maar, ik ben er nog.
Wat mij heel lang heeft achtervolgd is een gevoel van schaamte.
Schaamte omdat ik geen baan meer heb. Op verjaardagen vragen mensen of ik alweer een baan heb. Nee dus. Die vraag zal ongetwijfeld welgemeend zijn maar ik kan er zo langzamerhand niet meer tegen. Ik kan simpel zeggen, dat ik daar op feestjes liever niet over praat of zoiets. Dat doe ik niet; vraag me niet waarom. Ik kies ervoor om feestjes te gaan mijden en dus ga ik de volgende keer maar niet meer. Mijn sociale contacten beginnen te verbleken. Nog even en ik zit echt in een sociaal isolement.
In diezelfde periode loop ik toevallig ook tegen een spreuk aan (bron onbekend), die voor mij van waarde zal blijken te zijn. Feitelijk stemt de strekking ervan overeen met vermannen:
“Vermijden is de cocaïne van de angst”
Je hebt er steeds meer van nodig omdat steeds minder opluchting wordt gevolgd door steeds grotere schade aan het zelfvertrouwen. En dat liedje gaat natuurlijk door tot er niets meer te vermijden valt en je thuis ongerust naar de vloer rond je stoel zit te kijken.
Daarmee is je sociaal isolement een feit.
Een laatste aspect waar ik te maken heb gehad is acceptatie. Accepteren van de situatie zoals die is; gewoon de realiteit. Accepteren wat je niet kunt veranderen. In mijn geval blijkt dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het klinkt zo simpel maar voor mij is dat het lastigste punt geweest waar ik het langste mee geworsteld heb. Het is mij wel gelukt.