Degenen die mij regelmatig op sociale media volgen, weten allang dat mijn nieuwe column over het ziekenhuis zal gaan. Ons kent ons.
Op 19 mei ga ik ernaar toe. Op 29 mei kan ik eindelijk gelukkig weer naar huis.
Wordt tijd ook want ik lig mij stierlijk te vervelen.
Waarom lig ik daar eigenlijk?
Mijn eigen licht ging weer “zomaar” opeens uit, zoals ik de laatste tijd wel vaker heb gehad. Kennelijk gevallen, niet van een trap of zo, gewoon; film ben ik helemaal kwijt. Ik kan niet meer opstaan. Mijn oudste zoon hoort het gelukkig, ziet mij liggen en belt meteen 1-1-2. Enkele minuten later staan er twee man ambulancepersoneel om mij heen plus vier man van de lokale vrijwillige brandweer. Alsof ze buiten hebben staan wachten.
In die tien dagen kan ik niks schrijven. Alsof de duvel ermee speelt: ook nog de schrijfblok vergeten. Op mijn smartphone ben ik bepaald niet handig; telkens de verkeerde toetsen. Creatief als ik soms ben, pak ik een wc-rol en begin daarop het begin van een nieuwe column te schrijven. Dat wordt helemaal niks: te veel en te zware medicijnen tot en met morfine aan toe en een concentratie van tweemaal niks. Ik kan amper lezen of begrijpen wat ik zelf net geschreven heb. Ik doe dus met die eerste velletjes wat je doorgaans met wc-papier doet en spoel het zaakje door. Handjes wassen en dagen gaan aftellen.
Op basis van een MRI-scan is de diagnose: een distale crurisfractuur. Simpelweg: zowel het scheenbeen als het kuitbeen is gebroken. De chirurg gaat dat oplossen door een T2-penfixatie. Door scheen- en kuitbeen wordt een pen ingebracht om het spul zo goed mogelijk op z’n originele plaats te brengen zodat de gebroken botten weer aan elkaar gaan groeien. Mislukt dat dan zal weer een andere techniek worden gebruikt maar dat wordt dan weer opnieuw opereren. Denk ik maar even niet verder over na zolang ze maar niet per ongeluk de hartslagaders verbinden met mijn urineblaas; of zoiets. Ook chirurgen hebben immers wel eens een slechte dag.
Bij de OK gearriveerd moeten we even wachten voordat we naar binnen kunnen. Er wordt zeker ’n keer of zes gevraagd naar mijn naam en geboortedatum. Om de tijd wat te doden vraag ik aan één van de chirurgen of hij dit soort ingrepen wel vaker gedaan heeft. Die mensen weten heus wel wat voor vlees ze in de kuip hebben dus hij zegt: “Nee, nog nooit; ik ben gespecialiseerd in armbreuken. Maar mijn collega heeft vorige week zijn stageperiode afgerond. Dus die weet er wel wat van, geloof ik. Daar hou ik wel van. Vol goede moed vertrouw ik mij toe aan de anesthesist.
Ook na de operatie blijkt de chirurg over humor te beschikken. Met een looprek mag ik mijn rechterbeen maximaal tot 50 % belasten. Bij 10 % gil ik het al uit van de pijn; stelletje sadisten.
Toevallig hoor ik vandaag dat ik mij met mijn gebroken pootje in goed gezelschap bevind. John Kerry, de minister van Buitenlandse Zaken van de USA heeft ook net zijn been gebroken. Jawel, met fietsen. Ik snap die Amerikanen ook niet. Laat zo’n knul nou eerst leren fietsen. Kan ie daarna nog altijd zien of hij ook nog wat anders kan.
Natuurlijk valt er in een ziekenhuis ook wel eens wat te lachen.
Zit (!) ik ’s morgens te douchen, wordt er op de deur geklopt. “Binnen.” Verschijnt een verpleegkundige die vraagt hoe ik mijn ontbijt wil.
Ik weet niet hoe jij doucht maar doorgaans heb ik dan mijn kleren uit. Die meiden zijn wel wat gewend dus ik draai mij naar haar om en geef mijn bestelling door. Dan kijk ik even naar wat er tussen mijn benen hangt en zeg: “O ja, zoiets zou er ook wel ingaan.” “Ik bedoel meer iets om te eten” zegt ze. “Ja, daar heb ik het ook over; waarover anders? Eentje, maar dan gekookt.”
Waarmee bewezen is dat ook vrouwen alsmaar aan één ding denken.
Het ontbijt op bed van het ziekenhuis zal ik niet missen.
Thuis krijg ik al 35 jaar iedere dag ontbijt op bed. Het kan ook zijn dat ik dat nog altijd fantaseer en er telkens over droom.
Maakt niet uit: zonder dromen en fantasie kun je geen columnist zijn.
He Rob, dit is wel is waar je laatste column maar toch ook alweer van een tijdje geleden.
Schrijven en zo zal wel moeilijk gaan met je gefixeerde arm maar hoe gaat het met je? nog iets nader bekend over die vreemde black-outs? Ik hoop dat je er weer helemaal als nieuw uit gaat komen.
Veel sterkte ook namens Monique