Hummel is ervan overtuigd dat er een stoere ridder in hem schuilt. Daarom wil hij in de leer bij de gevaarlijkste schurk van het land: roofridder Rodrigo de Ruige.
Wat Hummel niet weet, is dat Rodrigo eigenlijk een bangerik is die zich het liefst schuilhoudt in zijn kasteel. Het laatste wat de ridder kan gebruiken is een nieuwsgierig jongetje dat met hem op avontuur wil.
Om van Hummel af te komen, daagt Rodrigo hem uit voor een dapperheidsproef. Had hij dat nou maar niet gedaan… (meer…)
Tijdens een wervelstorm worden Doortje en haar hondje Toto met huis en al een andere wereld in geslingerd. Die wereld is het Land van Oz, vol toverkracht en vol bijzondere wezens. Om weer thuis te komen, moet Doortje naar de tovenaar.
Onderweg ontmoet ze de laffe leeuw, de vogelverschrikker en de blikken boswachter, die haar vergezellen. Zal ze haar weg terugvinden?
De tovenaar van Oz verscheen voor het eerst in 1900. Margaretha van Andel bewerkte het klassieke verhaal van L. Frank Baum tot een sprankelend avontuur, met fonkelnieuwe illustraties van Marieke Nelissen. (meer…)
Leentje is een heuse prinses, maar prinsesjes hebben het heus niet makkelijk! Haar ouders, de koning en koningin, gedragen zich namelijk erg kinderachtig. Prinses Leentje wordt er zo knettergek van dat ze haar koffertje pakt en op zoek gaat naar het grote hart. Daar schijn je namelijk een wens te mogen doen. Nou, dan weet ze wel wat ze gaat wensen: dat haar ouders zich weer een beetje gezellig gaan gedragen en gewoon weer verliefd worden! (meer…)
Er was eens een vrouw die graag een kindje wilde. Op een dag liep er een goede heks voorbij haar huis, die haar een bloemzaadje gaf. De vrouw plantte het zaadje en verzorgde het goed, en algauw staarden twee kleine oogjes haar van tussen de bloemblaadjes nieuwsgierig aan.
In de knop van de bloem zat een piepklein meisje!
De vrouw noemde haar Duimelijntje. Al snel werd duidelijk dat Duimelijntje niet groot was, maar wel heel dapper. (meer…)
“Wie knibbelt knabbelt aan mijn huisje?”
“Ik, de leider van de bestuurders van het land.”
“O, jij! Heb je nog niet genoeg geknibbeld geknabbeld?”
“Ik kan er ook niets aan doen! Brussel wil het,” zeurt hij.
‘Hocus pocus, Brussel zakt in stront!”
Meteen gaat de telefoon van de leider.
“Ja. Wat? Echt?”
Met angst en bewondering kijkt hij de boze heks aan en zegt: ”Brussel zak weg in stront!”
“Yep!”
“U bent echt de boze heks! Dan kunt u mij helpen!”
“Misschien kan ik je helpen, maar dan moet jij ervoor zorgen dat ik geen enkel belastingen meer hoeft te betalen! Ook niet die boze heks toeslag!”
“Belooft, ik ga het regelen!” (meer…)
